La vie à la campagne

Het Grote Rode Huis bestaat 100 jaar

Op het Franse platteland is het heel gewoon is om te wonen in huizen die eeuwen geleden werden gebouwd, vooral in streken waar van oudsher robuuste materialen voorhanden waren en waar het klimaat ook een enigszins aardig is voor zijn bouwwerken. In onze streek, de Quercy Blanc, werden de huizen eeuwenlang gebouwd van gestapelde krijtsteen, de steensoort die overal voorhanden is. Je kunt geen kuiltje graven of je stuit op grotere of kleinere brokken witte kalkachtige steen. Er werd niet mee gemetseld, maar doodleuk gestapeld. De tussenliggende holtes werden met leem gevuld.


Het lijkt fragiel, maar het tegendeel is waar. Als het huis maar een solide dak heeft en water dus niet kan infiltreren, kan de structuur van de dikke muren (zeker een halve meter dikte) eeuwenlang mee en dus staan er hier overal huizen die met gemak dateren uit de 17e of 18e eeuw. Tussen al deze ‘oudjes’, komt ons huis nog maar net kijken. Gebouwd volgens de oude tradities in 1924, dus ‘slechts’ 100 jaar oud. Precies dit jaar! 


Het was liefde op het eerste gezicht toen we hier voor het eerst kwamen, zoveel jaar geleden alweer. Een oude boerderij, die al jaren had leeggestaan, maar zeker niet was vervallen. De tand des tijds had het pand nauwelijks aangetast. We konden dus eigenlijk direct beginnen met het uitvoeren van onze droom : het opzetten van een familieparadijsje met gastenkamers, gîtes en een kampeerterreintje voor onze toekomstige gasten. En natuurlijk ook een plek waar we zelf met ons gezin van konden genieten!

We installeerden ons hier destijds met 2 peuters en als we het over ons nieuwe huis in Frankrijk praatten, hadden we het over ‘Het Grote Rode Huis’, want de naam ‘Les Escaliers de La Combe’ bestond toen nog niet. Vrienden van ons maakten twee leuke schetsen van het huis, die we sindsdien als logo’s gebruiken.


Wij kochten ons huis destijds van een Belgisch koppel, dat hier slechts 3 maanden bivakkeerde en toch afzag van een leven in Saint Matré. Omdat zij nog niet waren gestart met opknappen of verbouwen, troffen wij het huis aan in de staat waarin de familie Paillas het had achtergelaten. Het leuke was, dat verschillende familieleden nog altijd in de buurt van Saint Matré woonden. We kregen dan ook regelmatig aanloop, waarbij complimenten en afkeurende blikken elkaar afwisselden. Wat leuk is het om zoveel te horen over de verschillende generaties die in het huis zijn geboren en opgegroeid. Er zijn talloze elementen die ons nog aan hen herinneren. Zo staat op de omlijsting van de voordeur de naam ‘Paillas’ nog met potlood geschreven in een sierlijk handschrift. Het kruisbeeldje dat nog boven één van de slaapkamerdeuren hing, hangt nog steeds ergens aan de muur. Oude meubels die we destijds in de schuur vonden, doen nog steeds dienst. En hoewel de fraaie voordeur met houtsnijwerk in de loop van de eeuw totaal kromgetrokken is, is er natuurlijk geen sprake van dat we de deur gaan vervangen, ook al blaast de tocht er ‘s winters dwars doorheen.

Suzanne Paillas, die destijds trouwde met één van de vijf zonen Paillas, is altijd de meest trouwe bezoeker gebleven. Regelmatig kwam ze met stekjes om ons terrein verder te verfraaien en ook verhalen over haar periode in La Combe werden gedeeld. Elke keer komt er dan ook de toezegging dat ze nog wat oude foto’s gaat opsnorren, maar die hebben we helaas nog nooit mogen zien… Maar ook Jean en Jeanine Laques, inmiddels beiden niet meer onder ons, vertelden ons veel verhalen over het leven in Lacombe in hun jonge jaren en over de bewoners van het Grote Rode Huis. We vonden het altijd ontzettend leuk om aan te horen, zelfs al werden vele verhalen tot in den treure herhaald.

 

En hoewel je huizen zoals het onze her en der in de omgeving tegenkomt, is er maar één die zo’n bizarre, groteske, detonerende en (zeg maar gerust) lelijke betonnen trap heeft. De reden waarom die trap ooit later aan het huis is gebouwd, blijft vaag. Voor het gemak? Om indruk te maken? Of om iets te verbergen? Na al die jaren weten we nog steeds niet wat zich onder de trap bevindt…. Hoe dan ook, het gevaarte van beton dat tegen het originele bouwwerk is ‘aangeplakt’, is misschien imposant en mysterieus, maar niet echt fraai. Maar tegelijkertijd ook weer zo kenmerkend, dat het ons visitekaartje is geworden. Talloze families hebben zich in de loop der jaren op de trap laten fotograferen. En wijzelf natuurlijk ook!

Wij wensen onze honderdjarige er nog vele jaren bij. Voor de tijd dat wij de eigenaren zijn, zullen we goed voor je zorgen en volop van je genieten!